Bye, bye for now

Bye, bye for now
Bye, bye for now

Het is heerlijk zonnig weer. Niet heel warm, maar precies goed. De nachten zijn lekker fris en de dagen rond de twintig graden. Bemerkten we gisteren al meer wind, vandaag waait het best stevig.
Op ons gemak ruimen we op. Als alle bagage weer op de motor zit, gaan we tanken. Niet omdat het zo lekker goedkoop is in Noorwegen, maar zodat we niet weer eerst hoeven te gaan tanken in Denemarken. Toevallig valt de prijs in het dorp mee. Er is echt geen touw aan de benzineprijzen vast te knopen. In het noorden kostte een liter 16 NOK (ca. 1,65 euro) of meer, maar een enkele was het 13,5 NOK. Vanaf Trondheim zakten de prijzen gemiddeld wel iets, maar nog regelmatig was het toch weer 16 NOK. We hebben bij het tankstation voor de camping in Vikhammer gezien dat de prijzen bijna elk uur verschilden. Onnavolgbaar. Hier in het zuiden zien we overal een prijs van rond de 14 NOK, maar gisteren waren er toch weer tankstations die 16 NOK rekenden. Wij hebben weinig te kiezen gehad, omdat met name in het noorden de tankstations wel eens bijna 200 kilometer uit elkaar lagen. Mochten ze dan zijn gesloten of de weg ernaartoe is afgesloten en je moet door naar het volgende,dan zou je het met de kleine tank van een motor mogelijk niet redden. Daarom tanken we altijd na maximaal 200 kilometer.
Na het tanken halen we bij de supermarkt broodjes voor de lunch om onze Noorse kronen op te maken. Op de boot kun je alleen met briefgeld betalen en het wisselgeld krijg je dan in Deense Kronen. Wat dat betreft zou het handig zijn als Scandinavië ook de Euro zou gebruiken of gezamenlijk een munt heeft. We willen ook nog twee lege flessen inleveren, maar het was niet duidelijk waar dat moest. Dit bleek buiten de supermarkt te moeten. Je hebt hier de mogelijkheid om je statiegeld te doneren aan een goed doel als bijvoorbeeld het Rode Kruis. Er zijn twee knoppen: één voor een bonnetje, de andere voor een donatie. We kiezen voor de tweede, in dit geval ziet het eruit als iets voor kinderen, maar dan begint de automaat te piepen en loeien alsof we de jackpot hebben gewonnen en er verschijnt iets onbegrijpelijks in het scherm. We drukken maar gauw op de groene knop voor het bonnetje. Oef! Als Marco het bonnetje aan iemand geeft, bedenkt hij zich dat we misschien nog een keer op de gele knop hadden moeten drukken. Dat dit een soort bedenktijd of waarschuwing was dat je echt op het punt stond om 30 cent te doneren. In Finland hebben we dit systeem ook gezien, maar gingen er geen toeters en bellen af. Daar deed je soms ook gelijk mee aan een loterij. Wat je kon winnen en wat er gebeurd als je als buitenlander wint? Geen idee! Fins is best een lastige taal…
We hebben al een paar statiegeldflessen weg moeten gooien omdat we ze niet mee kunnen nemen en er geen supermarkt dichtbij was. Er zit hier niet alleen statiegeld op frisdrankflessen maar ook op blikjes of jus d’orange-flessen, maar weer niet op bierflesjes. Het blijft een onhandig gedoe.
We rijden het stukje naar de haven. Het stadje Langesund, bestaat voornamelijk uit witte houten huizen tegen een helling aangebouwd. Zo met de zon erop en de blauwe lucht, heeft het wel een echt zon, zee en zandgevoel.
Als we naar de incheckbalies rijden, blijkt dat we meteen op het terrein van Fjord-Line moeten blijven. Aangezien er toch niet veel te doen is, checken we maar in. Het is lekker weer en dan kunnen we op de kade ons broodje eten en wat rondkijken.

Het is best druk bij de reling waar vandaan je de vaarweg inkijkt. In het water zien we grote kwallen zwemmen. Een Tjechische vrachtwagenchauffeur gooit zijn hengel uit en vangt een flinke vis die lijkt op kabeljauw maar dan erg gevlekt en roodbruin. Hij gaat wel vaker vissen als hij moet wachten, begrijpen we uit zijn beperkte Engels. Wel grappig als je toch zo je wachttijd een beetje kunt doorbrengen.

Op de kade staan een zevental nieuwe Tesla’s klaar om verscheept te worden. Dus toch, die laadpalen in het noorden zullen ooit gebruikt gaan worden. Deze gaan kennelijk naar het buitenland, dus zullen er niet snel komen, maar hier in het zuiden hebben we behoorlijk wat electrische auto’s zien rijden. Ze hebben allemaal een kenteken dat begint met EL en dan 5 nummers. Het lijkt erop dat er voorlopig op maximaal 99.999 electrische auto’s wordt gerekend. Hier in het zuiden zijn de afstanden natuurlijk niet zo groot, maar het zal een uitdaging zijn om ermee naar het noorden te gaan.


Na ruim een uur komt de boot aan. Het ontschepen gaat vrij snel en dan kunnen we meteen erop. Weer een beetje gedoe met de motoren, maar we zijn inmiddels al meer bekend met het systeem. Hier is een plek speciaal voor motoren gemaakt, met handige bevestigingspunten. Als de motoren staan gaan we boven op het zonnedek zitten. Hier zijn prima zitjes gemaakt, deels onder een glazen overkapping en deels vol in de wind en zon. Beter dan bij Stena Line op de heenweg. Daar waren op de buitendekken de zitmogelijkheden minimaal.


Als alles en iedereen ingescheept is, begint de enorme boot te draaien in de smalle vaarweg om met de boeg naar voren te komen. We varen een kort stuk langs de kust, die hier vrij grillig is en bebouwd met huizen afgewisseld met groene stukken. De laatste momenten in Noorwegen en we nemen ons voor om nog eens terug te komen. Er valt nog zoveel te zien en te doen in dit magistrale land.

Al snel is de kust niet meer te zien en gaan we binnen kijken bij de tax-free shop. Voor ons is het niet echt goedkoop, maar de Noren gaan met tassen vol weg. Ja voor hen is het al snel voordelig.
We vermaken ons met een puzzelboekje dat ik nog over had van een vorige vakantie, want de wifi is vrij kostbaar en vorige keer was hij heel slecht. Op open zee geldt de EU-afspraak van je eigen internetbundel kunnen gebruiken niet en zijn de tarieven heel hoog.


Na ruim vier uur varen gaat het autodek open. We gaan er snel naar toe om niet net als vorige keer zo opgejaagd te worden. Om 19.00 uur legt de boot aan, maar we kunnen er voorlopig niet af door alle auto’s. Het is echt volkomen kolder zoals sommige mensen beweren dat je met de motor vroeg moet zijn zodat je vooraan staat en niet in de stank van de draaiende motoren van de auto’s en vrachtwagens hoeft te wachten tot je van de boot af kan. Op beide overtochten hadden de motoren een vaste plaats aan de zijkant van de boot naast de banen voor de auto’s en die zullen toch eerst eruit moeten voordat je eraf kan.
Helaas blijkt dat waarschijnlijk de crew Marco’s spiegel en lampje eraf gelopen hebben. De spiegel kan zo weer vastgeklikt worden, maar aan het lampje zal de gereedschapskoffer te pas moeten komen. Dit gaat niet op de boot, want er is weinig tijd dus rijden we naar het eerste tankstation. Ons plan om meteen door te rijden gaat hierdoor niet lukken. Met wat sleutelen zit het weer vast en we eten meteen even wat. Chinezen baten hier een eettentje bij het benzinestation annex drankhandel uit. Naast de gebruikelijke worsten, hamburgers en snacks zijn er ook Chineze gerechten. Ik neem dus maar een China Box en Marco uiteraard kip.
We boeken gelijk een hotel, want door dit oponthoud zullen we later zijn dan we gepland hadden. We wilden proberen in de buurt van Århus in een hut te overnachten waar we nu pas tegen elf uur aankomen en om dan nog een camping te moeten zoeken zien we niet zitten.

Dit deel van Denemarken is qua landschap wat saai, glooiende hellingen met graanvelden en grasland. Het late licht kleurt de velden goudgeel en licht de witte huizen fel op tegen de blauwe lucht met daarin een enkele wolk. Dit maakt het landschap toch wat interessanter. Het voordeel is dat hier de zon ’s avonds gewoon ondergaat, maar daar wel een tijdje over doet. Het landschap staat dan in vuur en vlam. Het kleurt van goudgeel, naar oranje en krijgt uiteindelijk een rode gloed. De zon is oranjerood en de lucht krijgt fantastische kleuren rood en oranje en de wolken lijken paars met gouden randen. Hoe verder de zon zakt, hoe intenser de kleuren worden. Af en toe staat er een hertje in het veld, dat door het licht een warme gloed krijgt. Het is werkelijk een spectaculaire lichtshow en maakt de rit toch nog bijzonder.

Helaas zal de Deense politie er niet veel begrip voor hebben als je hier op de vluchtstrook stopt om een foto te maken en parkeerplaatsen zijn er ook niet echt. Wel lekker strak asfalt, weinig verkeer en een maximum snelheid van 110 kilometer per uur. We zijn dus redelijk snel op onze bestemming. We tanken alvast en checken tegen elven in bij het Zleep hotel.We krijgen kamer 301, ons oude huisnummer. Het hotel ligt buiten het centrum, naast een winkelcentrum met parkeergarage waar hotelgasten gratis kunnen parkeren. De motoren kunnen dus veilig staan vannacht.

Het is een modern hotel met strakke Deense inrichting. Betonnen wand en badkamervloer. Veel wit met grijze, zwarte en houten elementen, met een enkel kleuraccent. Ik houd ervan. Fijne boxsprings en een douche waar het muntje niet stopt met warm water geven. Luxe! Het is wel even wat anders na alle houten trekkershutten en toch wel kneuterigheid, maar, ach, we houden van allebei.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *