Het hoge zuiden

Het hoge zuiden
Het hoge zuiden

Na alle regen van vannacht is het ineens weer mooi weer. In het noorden hadden we regelmatig ’s nachts droog weer en hier in het zuiden hebben we met name overdag het betere weer, wat dan toch wel handiger is tijdens het rijden. Vaak is er vroeg in de ochtend een behoorlijk blauwe lucht, maar tegen de tijd dat we dan gaan rijden begint het al weer aardig te betrekken. Ach, op zich is geen regen al heel erg fijn. Bij het ontbijt hebben we, zoals gedacht, goed zicht op de berg aan de overkant.


We rijden nog een stuk over de 55 door het dal van de fjord en komen dan op de 5. We rijden door een vijf kilometer lange tunnel en dan buigt ineens de weg in de tunnel af. Gevoelsmatig leidt deze regelrecht het water in, dus we vinden het een beetje een gekke situatie. Als we de tunnel uitkomen blijkt dat we voor een veerboot staan opgesteld. Het is erg druk en pas met de tweede boot kunnen we mee.

Het gaat heel makkelijk. Er hoeven geen motoren te worden vastgezet en we kunnen gelijk naar boven om op het dek te gaan kijken. Het water van de fjord is helder groenblauw en steekt mooi af tegen de groene en donkergrijze steile wanden. Hier zijn de wanden heel hoog en vormen het traditionele plaatje zoals je dat altijd van de Noorse fjorden ziet. Qua hoogte en hoe de bergwanden steil uit het water komen is het hier indrukwekkender dan in het noorden, maar daar is de verlatenheid en uitgestrektheid juist weer zo mooi. Hier ziet het er toch allemaal wat bebouwder en gecultiveerder uit. De drukkere wegen dragen daar ook aan bij.
Aan de overkant loopt de weg naar het smalle uiteinde van de fjord naar een van de waterstromen die de fjord inlopen. Daarlangs gaan we omhoog een stuk de E16 af. Weer langs allerlei waterstromen, watervallen, bossen en grasland met gezellige houten huizen. Het wordt bijna saai om het op te schrijven, maar dan pakken we de 52 en komen we ineens op een schitterende hoogvlakte op zo’n 1130 meter. Rondom zijn nog wat steile bergtoppen, alleen ligt er nauwelijks sneeuw op. Veel minder dan waar we gisteren waren. Hier is het overal gevuld met rotsen en puin, enkel begroeid met gras, mos en hele lage struikjes. Een enkel lullig berkje staat hier en daar in een beschut hoekje. Op het gras grazen schapen, die zo maar ineens de weg op kunnen lopen. Sterker nog, toen wij aan kwamen rijden, waren twee Noren juist de schapen van de weg aan het jagen. Er is een groot meer en bij een daarnaartoelopend stroompje is zelfs een stuwdam gebouwd met ernaast een aantal huizen.

Het waait er flink, het is koud en achter ons verdwijnen de bergtoppen al in de mist. Het slechte weer komt onze kant op dus we gaan er snel vandoor. Het is indrukwekkend. Hier in het zuiden zijn de hoogvlaktes anders dan die we in het noorden hebben gezien. Doordat hier de hoogste bergen van Scandinavië zijn, worden de fjells omringd door nog hogere bergpieken. In het noorden is alles veel lager en rijdt je op een hoog vlak gedeelte dat heuvelig is. De toppen in de omgeving zijn dan meestal ongeveer even hoog. Het is er kaler en de kuilen in het gesteente zijn opgevuld met ijs en waterpoelen. Ook de begroeiing is anders daar, meer arctisch en minder groen.

 

Als we iets verder rijden richting de weg naar beneden is de weg ineens voorzien van een keurige rij in het gelid staande lantaarnpalen. Een heel vreemd gezicht zo boven in de bergen waar nauwelijks mensen wonen. In dit soort gebieden hebben we nog geen lantaarnpalen langs de weg gezien. Hier zijn ze nog van staal ook en zien eruit zoals ze thuis voor de deur staan. De meeste lantaarnpalen die we in het noorden gezien hebben, waren van hout.

De weg gaat heel snel naar beneden via een aantal haarspeldbochten en loopt een smal dal in. Weer bossen, rivieren en watervallen… tot we in Hemsedal komen. Een skidorp. Hier stoppen we om te tanken en halen de lunch bij een supermarkt. In de supermarkt behoeden we een Nederlands stel voor dezelfde fout met de boter en gist als wij gemaakt hebben. We zijn gelukkig niet de enige. De pakjes zien er ook echt uit als boter en ze liggen ertussen.

Aan een picknicktafel achter het tankstation kunnen we lunchen. Ineens rijden er allemaal gek versierde toeterende auto’s met Nederlandse kentekens langs. Het is de Park&Party-run. Als we doorrijden blijven de bijzonder uitgedoste auto’s ons groepsgewijs tegemoetkomen. Ik denk dat we er zo maar 100 langs rijden. De vreemdste bouwsels, de een nog gekker dan de ander. Flamingo’s en bierkratten op het dak, General Lee, camouflage, Amerikaanse politie auto’s en eentje was zelfs een tot boot omgebouwde bestelbus. Het is een vrolijk gezicht.

We rijden nu door groene dalen die een beetje Zwitsers aandoen. Er zijn ook veel skigebieden dus misschien dat het daardoor komt. Er is geen sneeuw meer en de rivier naast de weg is erg droog. De rivierbedding heeft een onregelmatig maar gepolijst uiterlijk. Diepe geulen zijn door het water en het uit de bergen meegevoerde zand en puin in het gesteente geslepen. Langs de rivier staan hoge dennebomen.

Op de achtergrond ligt een slapende reus met dikke buik, met zijn hoofd achterover en zijn mond een stukje open. Als we iets doorrijden zien we dat hij huilt want er stroomt een enorme waterval ter hoogte van zijn oog. De rotsen zijn zo donker en opvallend dat je ze niet anders meer kan zien dan iemand die daar ligt. En tegen de overwegend blauwe lucht steekt het goed af.
Het landschap wordt wat saaier omdat de heuvels steeds lager worden en de wateren rustiger. We volgen weer een bordje naar een camping bij Ørpen en zien caravans staan op dezelfde wijze als in Noresund. Dit trekt me niet zo, maar gelukkig blijken de hutten normale hutten te zijn. Ze zijn zelfs erg leuk en licht om te zien van binnen. Uiteindelijk kiezen we voor nummer vier omdat hier de motoren bij kunnen staan. Deze is van binnen lichtgeel en de matrassen zijn voorzien van blauw-wit geruite overtrekken. Deze ruitjes komen in verticale banen in de gordijnen terug afgewisseld met banen met fruit en bloemetjes in geel, blauw en groen. Sfeervol gedaan. De eigenaresse lijkt wat stug, maar ze is best vriendelijk en het lijkt erop dat ze wat stug overkomt omdat ze niet heel goed engels spreekt en ook nog aan het verbouwen is in haar huis. In het algemeen is iedereen wel vriendelijk hier. Het valt wel op dat de voorzieningen op de camping wat kariger worden naarmate we zuidelijker komen. Voor warm water moeten we nu steeds betalen, er is geen beddegoed en niet of nauwelijks keukengerei in de gemeenschappelijke keukens of in de hut. In het noorden was dat beter geregeld allemaal.
De camping ligt aan een groot meer en heeft zo te zien veel vaste Noorse gasten die hier van het mooie weer genieten. Zij zijn de eigenaren van de caravans met huisjes ervoor.
We rijden weer met mijn motor naar de supermarkt een paar kilometer verderop en als we terugkomen begint het te regenen. Jammer dan kunnen we niet lekker bij het meer gaan kijken. Dan maar lekker rustig binnen zitten en weer een stukje aan het verslag werken. Helaas is er geen wifi en de 4G is hier ook niet optimaal. Op tijd naar bed is ook wel eens lekker.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *