Uitdaging

Uitdaging
Uitdaging

Gisteravond hebben we bedacht dat we misschien willen proberen vandaag in één keer naar huis te rijden. Het is een behoorlijke ruk, maar je duikt in je eigen bed en het maakt niet uit hoe laat je aankomt. We hebben ook niet erg veel zin om wéér uit te moeten pakken. Daarbij is het ook lekker om twee dagen thuis te zijn voor we weer moeten werken.
Maar eerst staat een bezoek aan Ribe op het programma. Dit staat te boek als het oudste stadje van Scandinavië. Hier hadden we iets over gelezen en we hebben het ingepland als stop om de lange terugreis een beetje te breken. Het plan is om daar eerst te kijken en afhankelijk van de tijd die we daar nodig hebben te beslissen wat we doen. Zijn we er laat klaar dan rijden we richting Ton en Marjolein die in Noord-Duitsland zijn in de buurt van Cuxhaven en overnachten we daar op een camping en rijden we morgen naar huis, zijn we vroeg klaar dan kijken we of we ons fit genoeg voelen de rit naar huis te maken. Als het te hoog gegrepen blijkt te zijn, kunnen we altijd nog een hotel in duiken. We hebben dus twee opties.

 

Na een heerlijk ontbijt gaan we op weg. Het weer is schitterend, zelfs warm. De rit naar Ribe duurt ongeveer anderhalf uur. Doordat het rustig is kunnen we doorrijden over de snelweg. Het laatste stuk gaat over een binnenweg, langs aardappelvelden. Het is nagenoeg vlak en vrij kaal. Het zou zo in Zeeland kunnen zijn op de huizen en plaatsnamen na.
Bij Ribe vinden we een parkeerplaats vlakbij het centrum. We proppen zoveel mogelijk op en in de bagage, zodat we alleen een tas, de cameratas en onze pakken mee hoeven nemen. We durven niet de jassen op de motor te laten liggen. Het is erg druk en er is een continu komen en gaan van mensen op de parkeerplaats. Het is zo meegenomen. De helmen zetten we met spanbanden vast, zodat die voor het grijpen liggen.

Via een poort lopen we het centrum in richting de kerk. Langs de straten staan gekleurde huizen, afgewisseld met roodbruine vakwerkhuizen. De vakwerkhuizen zijn heel oud en soms helemaal scheefgezakt. De smalle straten en poorten zijn erg leuk, alleen jammer dat er auto’s doorheenrijden en geparkeerd staan.

In de straten worden terrassen en cadeauwinkeltjes afgewisseld met woonhuizen. Het is erg druk en de terrassen zitten vol met mensen. Het doet ons denken aan een kruising tussen Valkenburg en Bernkastel-Kues, een Duits stadje met vakwerkhuizen waar we een keer tijdens een motorrit naar Duitsland belanden. Dat er overal Duitsers en Nederlanders op de terrassen zitten draagt daar zeker aan bij.

 

We lopen naar de kerk. We hoorden op de parkeerplaats de klokken al luiden, waardoor we vermoeden dat er een begrafenis is. En inderdaad we kunnen dus niet naar binnen. Op deze vakantie komt bij onze kerkbezoeken steeds het echte leven ertussen. Een bruiloft, een begrafenis of een veerboot die de laatste blijkt te zijn.

We lopen nog wat rond door de smalle straatjes en besluiten dat we het eigenlijk wel gezien hebben. Het is leuk en gezellig, maar toch raakt het ons niet echt. Teveel mensen, te toeristisch, te kleine winkeltjes waarin je met je motorpak niet lekker uit de voeten kunt en niet echt wat kunt kopen omdat je het niet kunt meenemen, te gecultiveerd, teveel van dit soort dingen gezien (ah nee, we worden toch niet blasé, daar heb ik zo’n hekel aan), te groot contrast met het ruige noorden? We weten het niet, maar het is op dit moment niet iets waar we erg enthousiast van worden. Het is leuk om even rond te lopen, als onderbreking, maar daar laten we het bij.

 

We schuiven aan bij alle mensen op het terras van een ijssalon. Marco neemt koffie en ik een wafel en dan gaan we weer. We denken dat Ribe leuker is als je in Denemarken op vakantie bent om het ter afwisseling te bezoeken, dan nu op deze reis. Er gaat er wel eens de mist in! Nou ja, zo erg is het ook weer niet, het was wel leuk, maar niet om ons de hele middag te vermaken. Er is nog een vikingmuseum, maar omdat we al een vikingmuseum op de Lofoten bezocht hebben, houden we deze nog voor als we in de toekomst terug zouden komen.

Op de parkeerplaats organiseren we de spullen weer. Een man en vrouw in een gele eend wachten geduldig tot we klaar zijn zodat ze op onze plaats kunnen staan, de parkeerplaats is nogal vol. Marco geeft aan dat het wel even kan duren, maar dat vinden ze niet erg. Ze pakken er koffie bij en kijken toe. We maken een praatje want ze zijn nieuwsgierig naar waar we vandaan komen, waar we naartoe gaan en waar we geweest zijn. Ze komen zelf van het eiland Fyn (Funen). Dus Marco zegt al: vandaar dat jullie zo geduldig zijn: island life! Volgens hen is het daar schitterend en dat heb ik ook gehoord. Misschien toch iets voor een andere keer. We kunnen wel weer wat leren van deze mensen, die zich niet laten opjagen maar gewoon het beste ervan maken door tegelijk even koffie te drinken. Op zich zitten we zelf ook een beetje zo in elkaar, maar in de waan van de dag vergeet je het nog wel eens.
We gaan verder na getankt te hebben en rijden via een binnenweg richting Flensburg. Vlak voor de grens gaan we de snelweg weer op. Het rijdt lekker door, maar op de andere weghelft zijn er grote controles bij de grens en er vormt zich een enorme file. Iets verder in Duitsland staat ook een file van ruim 6 kilometer richting Denemarken. Of je dan nog geduld hebt als je een ferry te halen hebt die middag…
Als we weer moeten tanken eten we meteen wat bij de Mc Donald’s. We overdenken meteen ons plan nog eens en checken de verwachte files bij Hamburg. Die zouden roet in het eten kunnen gooien. Volgens Google leveren de wegwerkzaamheden achttien minuten vertraging op dus dat valt mee en we voelen ons nog fit. We gaan ervoor!
De wegwerkzaamheden bij Hamburg leveren nauwelijk vertraging op want we kunnen er gewoon 80 rijden. Alleen bij de tunnel onder de Elbe is er een beetje file, maar dat kost niet veel tijd. Verder kun je bijna overal eventueel laag overvliegen, want er geldt geen snelheidsbeperking. Marco probeert even zijn motor uit, maar gezien de staat van onze banden na het Scandinavische asfalt en eventuele vermoeidheid lijkt het ons niet raadzaam langdurig erg hard te rijden. We houden het op maximaal 130 kilometer per uur.
Het schiet lekker op en we maken ongeveer om de honderd kilometer een stop. Het is nog steeds lekker rustig, dus verstand op nul en gaan. Af en toe een beetje verzitten om niet helemaal te verstijven en de handen proberen wat te ontspannen. Het landschap is zoals we dat gewend zijn van Duitsland. Als we uit Nederland komen vinden we het lekker leeg, groen en weids, maar uit Noorwegen komend is het niet echt bijzonder. Op zich wel lekker voor het oog hoor, beter dan al die in het algemeen niet zo interessante bedrijfspanden die in Nederland de snelweg flankeren. Het begint al te schemeren als we richting de grens rijden. We rijden een heel stuk alleen op de weg. Het lijkt het hoge noorden wel. Bij Schüttorf, waar we de eerste nacht geslapen hebben, zoeken we nog een tankstation op, zodat we in Nederland in één keer kunnen doorrijden. We zijn echt wel heel gaar en gaan even zitten bij het tankstation, maar die laatste 202 kilometer moet ook lukken. Op karakter. En dat hebben we genoeg!
De communicatieset is leeg dus we kunnen zelfs geen liedjes zingen om de aandacht af te leiden. En toch lukt het eigenlijk prima om door te gaan, geestelijk dan. Lichamelijk wordt het wel zwaar om zolang in één houding te zitten, maar als je eenmaal zit en je erop instelt raak je toch in een soort trance. In Nederland wordt het wel steeds drukker op de weg en bij Woudenberg krijgen we om het in stijl af te sluiten toch nog een regenbui. Na een kwartier stopt het met regenen en wapperen we weer droog. Marco is trots op de mooie bochten die ik nu maak op volle snelheid. Dat heeft hij me toch maar goed geleerd met deze motor. Ik zeg al: “dat betekent dat als ik weer een nieuwe motor krijg ik dan steeds 6850 kilometer nodig hebt om er een beetje aan te wennen.”
Dan staan we om 23.15 uur voor de carport, zetten de motor erin, halen de belangrijkste spullen eruit, snel de pakken uit, wat drinken en op de bank ploffen. Wat een heftige rit, 852 kilometer op een dag. Ons record stond op 550 kilometer en dan hadden we niet de dagen daarvoor al bijna 6000 kilometer gereden. We weten niet of we nog een keer zo’n lange rit op één dag zullen plannen, maar het is lekker om thuis te zijn. We laten iedereen laten dat we er nu al zijn en dan vallen in slaap op de bank. Helemaal stijf worden we een uur later wakker. Lekker douchen en naar bed… Het was geweldig!

2 Comments

  1. Prachtig verslag, prachtige foto’s en een Geweldige ervaring rijker!
    Volgende keer toch wat minder regen bestellen 🙂

  2. Super verhaal weer. Jammer dat jullie niet langs kwamen, maar anders hadden jullie het eerste stuk in de regen gereden. Nog een keer die tent op zetten was ook geen optie, al hoewel ons restaurantje aan de Elbe met mooi uitzicht echt niet verkeerd was. Wij hebben ook zin gekregen om zo’n mooie tocht naar de noordkaap te maken na Jullie verhalen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *