Sprookjes

Sprookjes
Sprookjes

Haha kreeg al de vraag of dit het einde was van de verhalen. Nee hoor, we hebben het alleen heel erg druk gehad met vakantiehouden, nou ja laten we reizen zeggen, want echt zitten en niets doen is er niet bij… We hebben het te druk met mensen ontmoeten, dingen zien en kilometersvreten 😉 foto’s komen ook van de telefoon (rauw en onbewerkt) want van de camera halen kost veel tijd…

De verhalen worden ook steeds langer zag ik…
Maar goed daar komt-ie zondag 2 juli…

———————-

Vandaag is de eindbestemming Bardufoss, niet omdat daar iets speciaals is, maar Marco had met name daar campings in de buurt gezien. In de verdere omgeving was weinig te vinden. Het wordt een lange dag met bijna 400 kilometer te gaan over de E6. Dit is natuurlijk een Europese weg, maar heeft weinig van doen met een Europese weg als bijvoorbeeld onze A4. De weg volgt vaak de grillige contouren van de fjorden, stijgt en daalt op sommige stukken met meer dan tien procent, is soms zo smal dat twee auto’s elkaar net kunnen passeren en wordt waar nodig gedeeld met fietsers en voetgangers. Het asfalt is regelmatig in slechte staat, soms heel grof alsof het opnieuw geasfalteerd gaat worden (alhoewel er geen enkele aanwijzing voor is dat dit gaat gebeuren) maar ook de koude winters laten duidelijk hun sporen na. Daarnaast slingert er continu een aantal diepe voren in het midden van de rijbaan in de lengte van het asfalt waarvan wij vermoeden dat die door sneeuwschuivers veroorzaakt worden. Ze zijn irritant want de banden van de motor zijn er gevoelig voor. Voorts hebben de Noren er een handje van wegwerkzaamheden aan te kondigen op het punt dat ze ook daadwerkelijk beginnen, waardoor je in volle vaart in het gravel belandt of tegen een hoge asfaltrand oprijdt. Om de weg niet al te vertragend te maken zijn bij hele steile bergen waar het onmogelijk zal zijn er een tweebaansweg aan te leggen, tunnels gegraven van soms enkele kilometers lang. Licht vinden ze in tunnels kennelijk overgewaardeerd, want ze zijn vaak spaarzaam verlicht en dan ligt rustig aan het begin en einde een gravelstuk dat je dus helemaal niet ziet aankomen als je aan het licht of juist donker moet wennen. Alle moeite die in Nederland wordt gedaan om tunnels op te leuken vinden ze hier ook te fancy, ze zijn gewoon uit het gesteente geboord, crisisverlichting opgehangen en klaar. Het zijn geen prestigeuze projecten zoals in Nederland, gewoon another day at the office. Met de hoeveelheid tunnels hier, zou het ook wat zijn als elke keer allerlei hotemetoten aangerukt moeten worden om ze te openen. Dat wordt een dagtaak op zich voor die lui. De Noorse rijkswaterstaat is nu wel druk met nog wat extra tunnels te graven, dus misschien dat je in de toekomst door één lange tunnel rijdt. Dat zou erg jammer zijn, maar vooralsnog is dat niet het geval en gaan we vandaag gewoon heerlijk genieten van alle bochten met bijbehorende vergezichten en dramatische landschappen. En aan het soms slechte asfalt zijn we al aardig gewend.

Als we van de camping vertrekken is het zonnig en onverwacht warm. We rijden langs de Altafjord naar een zijarm ervan, de smalle, maar diepe Langfjord. Aan weerszijden rijzen hoge fjells en op de toppen liggen pakken sneeuw die uitlopen in waterstromen die samen lopen tot bulderende watervallen ontstaan. Het water van de fjord zelf is vrijwel rimpelloos. Er ligt een viskwekerij in. Dit zijn ronde ringen met netten of kooien eronder die in het water hangen waarin de vis dan kan zwemmen. Een motorbootje vaart over het water een lang spoor nalatend. Het is een beetje heiig waardoor er een soort waas over de bergen in de achtergrond hangt.
Aan het einde van de fjord gaan we weer omhoog de fjell op en is daar opnieuw het kale dorre hoogvlaktelandschap dat we de afgelopen dagen ook al zagen. Het blijft indrukwekkend. Dan dalen we een stuk om opnieuw de hoogte in te gaan en rijden dan langs de Kvaenangen. Hier liggen verschillende eilanden in het water en vanaf het punt waar wij stil gaan staan voor een foto is er een prachtig uitzicht over het landschap of eigenlijk zeegezicht. De Groene Hart-ers komen we daar ook weer tegen. Je komt regelmatig mensen tegen die je op een eerder punt van de reis gezien hebt. Erg leuk om dan weer wat ervaringen uit te wisselen. We maken van de gelegenheid gebruik om de trui uit te trekken, want zo warm is het dus ineens na al die dagen kou.

We vervolgen de weg langs de kust die uitkijkt over de eilanden al naar gelang de weg stijgt en daalt. Ineens worden de bergen aan de overkant puntig en grilliger. Steile donkere rotspieken, met in de diepe verticale spleten pakken sneeuw, domineren het landschap aan de overzijde van het water. Echt opvallend aangezien de meeste fjells die we tot nu toe hebben gezien een beetje afgerond en afgeplat waren. En als je denkt dat het niet mooier wordt, dan lukt dat hier toch echt wel weer. Naarmate we de Lyngenfjord verder inrijden worden de rotspieken nog imposanter. Ze rijzen bijna loodrecht uit het gladde pastelkleurige water en zijn steeds meer bedekt met langerekte verticale banen ijs en sneeuw die tot in het water rijken. Dit zijn de Lyngense Alpen en ze zien er ook uit als alpenpieken met sneeuw en grijs gesteente. Een reis op zich waardt, heb ik begrepen. Vanaf deze zijde is het adembenemend en al ‘oh’ en ‘ah’ en wel duizend keer ‘wat is het mooi’ roepend via de communicatie rijden we erlangs en missen we helaas de plek waar een foto genomen kan worden. We denken dat het verderop ook nog wel zal lukken, maar helaas, de weg buigt daar een beetje af, waardoor niet goed meer is te zien hoe de reuzen uit het water oprijzen. Met ‘we hebben ze in ons hoofd’ troosten we onszelf. Terugrijden is niet echt een optie. 

Voor een impressie heb ik deze afbeelding gevonden.

Het landschap blijft mooi, maar niet zo bijzonder als bij de Lyngenfjord. Soms stijgen we weer wat naar de ruige toppen van de fjells en dan weer door de beboste dalen langs het water. Er staan weer regelmatig rendieren langs de weg, maar dat is inmiddels net zo gewoon als koeien in Nederland. Helaas staan ze alleen nooit eens daar waar ik een foto van dichtbij kan nemen. Met de telefoon is het wel gelukt. Hier in Noorwegen lopen ze de weg op en dan komen ze de vangrail tegen en weten ze het niet meer. Je ziet ze denken. In plaats van een paar meter verder te lopen kruipen ze er dan maar met veel moeite onderdoor.

Bij een parkeerplaats lunchen we en weer komen de Groene Hart-ers voorbij.
Het volgende stuk is minder besneeuwd. Het zijn hier met name ruige hellingen begroeid met gras en grote rotsblokken erop waardoorheen wilde waterstromen zich een weg banen. Het is me opgevallen dat de plaatsnamen die aan de Zweedse meubelgigant deden denken nu plaats hebben gemaakt voor namen die geïnspireerd lijken op sprookjesboeken. Zoiets als Er was eens lang geleden in Meiland een lieve trollenmoeder die Setermoen heette en die samen met de Klarelven naar Sandland wilde reizen… Het landschap lijkt ook in een sprookjesboek thuis te horen dus het past allemaal mooi in elkaar. We rijden door een sprookje!
Langs de rivier ligt een eenvoudige camping en een toeristenbureau annex café waar we een sanitaire stop willen maken. Alhoewel we nog geen elektrische auto zijn tegen gekomen, lijkt Tesla in deze uithoek grootse plannen te hebben getuige de zes oplaadpunten naast het gebouw. Allemaal onbenut. Heel vervreemdend. 

Het café zelf ziet er van binnen heel modern uit. Een beetje een galeriesfeer waarbij ook een leuke collectie Fins (!) servies en tafeldecoratie van Pentik te koop is. Tot nu toe waren bijna alle plaatsen waar we onderweg gestopt zijn om iets te drinken (maar ook de campings) vrij eenvoudig. Vaak traditioneel rustiek ingericht, maar soms ook alsof het in de jaren zeventig neergezet is en daarna, behalve een witkwast toen het rookverbod werd ingevoerd, verder weinig vernieuwing heeft gezien. Echt heel basic en weinig instagram-worthy. Alleen het restaurant op de Noordkaap was duidelijk door een architect bedacht. De hippe tentjes die we afgelopen winter in Helsinki zagen horen kennelijk toch wat meer in de stad. Hier draait het meer om het echte leven waar als iets functioneert het goed genoeg is en niet teveel aan uiterlijkheden wordt gehecht. Het interieur van deze pleisterplaats in the middle of nowhere komt dan ook wat onverwacht. Na even wat rondgekeken en een stukje taart geproefd te hebben gaan we verder. Het landschap blijft lekker groen, bergachtig en vol waterstromen. De lucht begint wel te betrekken en het wordt kouder. We zijn het rijden wel een beetje zat (lees: we weten niet meer hoe we moeten zitten en zouden de motor het liefst ter plekke aan de kant gooien) en als we Bardufoss binnenrijden, wat verder een niet noemenswaardige plaats is, en het blijkt dat de camping die gepland stond er niet meer is, is dat wel even een teleurstelling. De volgende twee campings zijn ook doorgestreept op de borden, dus dit kan nog een leuke worden. Wat is hier aan de hand? Geen idee. We volgen een reclamebord voor een camping langs de weg, maar als we de zijweg ingaan is daar niets anders te vinden dan een langlaufbaan. Na het tanken proberen we wat op internet en de navigatie te vinden, maar we moeten of ruim tien kilometer terug of dertig kilometer verder. We gaan geen tien kilometer terug voor een fotostop dus ook niet voor een camping. Gelukkig volgt er zo’n tien kilometer verder al een bord voor hutten. Dit blijkt wel nog te bestaan. De ingang van het terrein is versiert met bloemenslingers en exotische nepbloemen die toch sterk contrasteren met de arctische omgeving die we nu al dagen zien. Bij de receptie hangen nog meer bloemen en exotische tierlantijnen. Een Thais bordje met welkom erop verraadt dat hier een Aziatische inslag te vinden is. De mevrouw achter de receptie blijkt uit Thailand te komen.
Er is nog een hut en die is zeker netjes te noemen. Ook hier weer een oosterse touch door middel van een lieflijk blauw nepgordijn van griezelige synthetische stof voor de ramen en een plastic kleedje met fluo-roze randje op de tafel. Op de bedden liggen gouden geborduurde kussentjes. Wel schattig bedacht. 

De bergtoppen verdwijnen in de wolken en het begint te regenen. Snel brengen we alles naar binnen en bij gebrek aan supermarkt eten we een Ninootje (Nino, lid van onze duikvereniging, heeft tijdens zijn militaire basisopleiding de noodrantsoenen uit zijn mond gespaard zodat wij ze mee konden nemen 😉 Thanks!). Ontbijt morgenochtend wordt ook een Ninootje. Toch erg handig in deze gevallen.
Het gaat steeds harder regenen en om één uur ’s nachts neem ik nog even op klaarlichte nacht een foto van de bewolking die om de bergen hangt…

5 Comments

  1. Nancy, heb jij zowaar je trui uitgetrokken?!
    Dan is het echt warm geweest, het blijft elke dag een feestje om jullie verhalen te lezen.
    Succes met de billen, kan wel bij terugkomst jullie Voetjes verzorgen. Maar voor de billen moeten jullie die van elkaar Maar Verzorgen hahaha

    Liefs, Mo

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *